Trauma

In je hoofd weet je dat je veilig bent, maar in je lichaam blijft het trauma nog springlevend. Je overlevingsinstincten kunnen na een traumatische gebeurtenis of periode voortdurend dreigend gevaar blijven detecteren. Je merkt bijvoorbeeld dat je continu aanstaat en alert bent, sneller prikkelbaar of heftig kunt reageren op prikkels, of je kunt je juist lusteloos en afgestompt voelen. Ook kan het zijn dat je wantrouwen voelt naar mensen terwijl je juist naar verbinding verlangt.

Traumasporen
Bij dreigend gevaar komen er enorme krachten vrij in het lichaam die jou instaat stellen om te vechten of te vluchten. Kenmerkend voor trauma is dat je op deze momenten niet weg hebt kunnen komen. Je lichaam kan dan bevriezen of zich loskoppelen van de gebeurtenis om jou te beschermen (dissociëren). De enorme krachten die vrij zijn gekomen met als doel te overleven, keren dan naar binnen en worden opgeslagen in het lichaam. De bekende psychiater Bessel van de Kolk noemt dit in zijn boek (The body keeps te score) ook wel traumasporen.

Lichaamsgerichte behandeling
De traumasporen die vastzitten in je lijf vormen de aanknopingspunten binnen de behandeling. Om lijflijk te kunnen ervaren dat je daadwerkelijk veilig bent is het namelijk van belang om je lichaam de kans te geven zich te bevrijden van wat het heeft moeten doorstaan. Tijdens de behandeling kun je in een veilige omgeving het contact met je lichaam weer leren aan te gaan. Je leert de lichamelijke effecten van het trauma op jou in het nu herkennen, benoemen en op een lichamelijk niveau te uiten.  Hierdoor kan je lichaam stap voor stap ervaren dat het daadwerkelijk veilig is.

Praktijkvoorbeeld
Betsy heeft nooit de ruimte gehad voor haar emoties. Haar vader werd altijd enorm kwaad als ze boos of verdrietig was in huis. Om het risico op een scheldkanonnade te minimaliseren is ze het gewend om deze emoties in te slikken. Betsy is inmiddels 30 jaar oud en ervaart burn-outklachten na een conflict op haar werk. Ze houdt veel spanning vast in haar lijf en dat is zichtbaar. Haar schouders staan naar voren en haar wervelkolom is ingezakt (ze maakt zichzelf klein). Deze spanning werkt als een verdedigingsmechanisme om heftige gevoelens van boosheid en verdriet niet te hoeven voelen. Betsy is bang geworden voor deze gevoelens aangezien ze haar hevig ontregeld hebben in het verleden.

Tijdens de therapie heeft Betsy onderzocht welke activiteiten haar helpen bij te hoge of te lage spanning. Dit helpt haar om meer grip te krijgen op haar spanningsniveau. Door haar houding te veranderen nam de lichamelijke spanning in eerste instantie toe. Door samen stil te staan bij de spanningssignalen en ze te volgen, viel het op dat de spanning zich verplaatste in haar lichaam. De spanning in haar benen verplaatste naar haar buik en via haar rug naar haar schouders kaken en in haar armen. Door stil te staan bij de sensaties in haar armen kon ze ervaren dat ze een duwende beweging wilde maken vanuit boosheid (vechten). Door te gaan boksen leerde ze voor zichzelf op te komen en haar boosheid in te zetten. De spanningssignalen zijn inmiddels sterk vermindert en het lukt Betsy nu steeds beter om haar gevoelens te uiten.

Contact
Ben je nieuwsgierig geworden naar wat PMT Amsterdam voor jou kan betekenen of wil je meteen een intake inplannen? Neem dan vooral contact op met Thijs Moll door  te bellen naar 0641046503 of stuur een mailtje met je hulpvraag naar info@pmtamsterdam.nl.